Verschillende houtsoorten hebben verschillende kwaliteiten als stookhout. Er zijn in principe zes soorten hout (loofbomen) die in Nederland het meest gebruikt worden om mee te stoken:
- Elzenhout: lichte en zachte houtsoort die geschikt is voor de kleinere kachel of haard. Ontbrandt gemakkelijk en snel.
- Berkenhout: zeer schone ontbranding, hoog warmtevermogen, voorkomt vervuiling van het rookkanaal. Berkenhout is te herkennen aan zijn lichte witte bast.
- Essenhout: harde houtsoort die niet spat, waardoor het zeer geschikt is om mee te stoken. Essenhout brandt traag, heeft het een rustige vlam en geeft veel warmte af.
- Beukenhout: hard hout, brandt langzaam, rustige vlam, hoog rendement.
- Haagbeuk: vergelijkbaar met beuken. Hard hout, hoog rendement, brandt langzaam.
- Eikenhout: warme vlam met weinig rook, moet lang (3-4 jaar!) drogen, is sterke harde houtsoort die zeer langzaam brandt.
Capaciteit van de kachel
De capaciteit van de houtkachel bepaalt welk haardhout je dient te stoken voor een optimaal rendement. Je kunt daarbij de volgende richtlijnen hanteren:
- Capaciteit t/m 5 kWh -> Elzenhout & berkenhout
- Capaciteit van 6 t/m 9 kWh -> Essenhout
- Capaciteit van 10 kWh of meer -> Eikenhout, beukenhout & haagbeuk
Als je een speksteenkachel hebt, wil je die gedurende 2 tot 4 uur hoog opstoken zodat je er verder de gehele dag warmte van hebt. Je krijgt dan geen last van een vieze ruit, het hout komt altijd tot een volledige verbranding, want het wordt binnen zeer warm en is het behalen van een rendement van 80-95% geen probleem! Je gebruikt dan de wat zachtere houtsoorten want die ontbranden snel. Door het snelle ontbranden, ontstaat er direct warmte en hoef je minder lang te stoken. Je kunt gebruik maken van berkenhout of elzenhout.
Ongeschikte houtsoorten
- Tropisch hardhout: moet je niet willen,
- Kastanjehout: moeilijk aan te krijgen en te kloven, moet ook veel te lang drogen. Tamme kastanje is onbruikbaar als brandhout.
- Naaldbomenhout: zachte houtsoort, maar niet geschikt doordat het veel hars bevat hetgeen het rookgaskanaal vervuilt, sommige soorten veroorzaken veel creosoot.
- Populierenhout: geeft veel roetvorming, brandt onvoorspelbaar.
- Vuren en grenen: wel geschikt als aanmaakhout, maar verder niet. Vervuilt het rookkanaal.
- Pallethout: is meestal vervuild hout (machineolie, vet). Soms zijn pallets van geïmpregneerd hot gemaakt. Niet opstoken dus!
Pallethout moet je niet verwarren met ‘pellets’: dat zijn kleine meestal geperste houtkorrels gebruikt worden in pelletkachels.
Esdoorn, linden en wilgen-hout branden (te) snel op en zijn niet geschikt. De oranje soorten bevatten allemaal veel hars en vervuilen het rookgaskanaal veel te veel. Er kan creosoot ontstaan, hetgeen een extra risico op schoorsteenbrand geeft!
Gebruik in ieder geval hout met het FSC- of PEFC-keurmerk. Dat garandeert dat het uit verantwoord beheerd bos komt.