Voordat we dieper ingaan op de werking van infraroodverwarming, beschrijven we het verschil tussen straling en convectie. Straling verwarmt niet de lucht, maar objecten en lichamen, de stralingsenergie wordt omgezet in warmte. Door het opwarmen van lucht ontstaat er een luchtcirculatie, dit proces noemen we convectie.
De straling vanaf het infraroodpaneel wordt omgezet in warmte als het objecten raakt. Objecten en lichamen geven de warmte geleidelijk af. De warmte wordt gelijkmatig verdeeld.
Een radiator verwarmt de lucht die vervolgens opstijgt. Deze warmte is ongelijk verdeeld. Bij het plafond is het het warmst, hoe verder naar beneden je gaat, hoe lager de temperatuur wordt. Een radiator geeft ook een klein beetje stralingswarmte.
Voor- en nadelen
Door het circuleren van de lucht bij convectiewarmte, zweven er ook meer stof- en fijnstofdeeltjes door de lucht. Bij convectie ontstaan er ook temperatuurschommelingen en verschil in warmte. Infraroodstraling verwarmt en droogt objecten en muren zonder de lucht zelf te drogen. Het vocht in de lucht blijft behouden terwijl er toch geen schimmel kan ontstaan. Bij het verwarmen van lucht, zoals bij convectie gebeurt, droogt de lucht zelf uit waardoor de relatieve luchtvochtigheid afneemt: deze dient tussen de 45 en 60 graden te blijven voor een aangenaam binnenklimaat.
Wat betreft de installatie kent infrarood geen onderhoudskosten in tegenstelling tot andere manieren van verwarmen (CV, warmtepomp). De warmte wordt vastgehouden door objecten, ventileren betekent niet meteen dat alle warmte wegvloeit, zoals dat met convectiewarmte wel gebeurt (daarom wordt het ventilatiesysteem ook uitgerust met een wtw-unit: een warmte terug win systeem).
Infraroodstraling
Infraroodstraling is onderdeel van de optische straling binnen het elektromagnetische spectrum, dat wordt onderverdeeld in röntgenstraling, optische straling en microgolven. De optische straling is onderverdeeld in ultraviolet, zichtbaar licht en infrarood.
Er zijn 3 typen infraroodstraling:
- IR-A is korte golf infrarood, golflengte 780 nm to 1.400 nm, 3400°C tot 1800°C (hoog-frequent)
- IR-B is middengolf infrarood, golflengte 1.400 nm tot 3.000 nm, 1800°C tot 690°C
- IR-C is lange golf infrarood, golflengte 3.000 nm tot 1.000.000 nm, 690°C tot -273°C (laag-frequent)
In lange golf IR-C straling zit het hele temperatuurbereik tussen -273°C en 690°C. Objecten, mensen en dieren met deze temperatuur stralen IR-C uit. Radiatoren, vloerverwarming en infraroodverwarming stralen allemaal IR-C uit. Het gaat allemaal om dezelfde soort straling, alleen de mate waarin verschilt. Infraroodverwarming straalt meer omdat de temperatuur van een infraroodpaneel hoger is. Infraroodverwarming wordt maximaal 100°C tot 110°C, terwijl radiatoren tussen de 60°C en 80°C worden. Vloerverwarming wordt maximaal 40°C. Hoe hoger de temperatuur, hoe krachtiger de straling die ervaren wordt. Lange golf Infrarood straalt geen zichtbaar licht uit.
IR-A korte golf infrarood wordt gebruikt in terras-heaters, ze stralen een felle rood-oranje kleur uit. Dit is hoge-frequentie infrarood, dat ook erg veel energie verbruikt. Bij te lange blootstelling op korte afstand bestaat het risico dat je je verbrandt. IR-B middengolf infrarood wordt wel toegepast in sauna’s en in ’therapeutische’ lampen, die een donkerrode kleur geven. Gaat het over infraroodverwarming binnenshuis, hebben we het altijd over IR-C lange golf (lage frequentie).
Stralingswarmte versus convectiewarmte
Een infraroodpaneel is een plat, zonder ribbels of lamellen die het raakvlak met de lucht zouden vergroten. Het oppervlak dat de lucht raakt is klein, waardoor er zo min mogelijk warmte als convectie (opwarmen en opstijgen van lucht) geproduceerd wordt. Het overgrote deel van de opgenomen elektrische energie wordt omgezet in stralingswarmte. Een klein deel van de energie wordt omgezet in conductie (geleiding naar het montageoppervlak via bevestigingspunten). Radiatoren zijn ontworpen om zoveel mogelijk lucht ‘aan te raken’, vandaar de ribbels en extra lamellen aan de binnenkant. Het oppervlak dat in aanraking met de lucht komt moet zo groot mogelijk zijn om een optimale convectie te bewerkstelligen.
Veiligheid en wetgeving
Infraroodverwarming moet voldoen aan internationale wet- en regelgeving volgens IEC- en EN-normen. Infraroodverwarming (voor uitstralen van lange golf IR-C straling en binnen bereik van volwassen, kinderen en dieren) moet voldoen aan EN 60335-1, EN 60335-2 en EN 62233.
Je mag je niet verbranden door aanraken van een infraroodpaneel. Ook zijn er regels omtrent het aanstralen van het montageoppervlak. Een door infraroodverwarming aangestraalde houten wand of plafond mag maximaal 60 °C warmer worden dan de omgeving. Bij een omgevingstemperatuur van 20 °C mag het houten montageoppervlak zodoende 80 °C zijn.