Een warmtepomp (zowel hybride als all-electric) die lucht als energiebron gebruiken, hebben een buitenunit. Deze lijkt op een airco. De ventilator van deze buitenunit maakt geluid als de warmtepomp in werking is. Een volledige warmtepomp werkt ook in de zomer voor warm water en kan ook ’s nachts aangaan. Vooral in de lente en in de zomer, als je de ramen open hebt, kan het geluid van de warmtepomp overlast geven.
Geluidseisen
Per 1 april 2021 worden er nieuwe geluidseisen gesteld aan (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking: warmtepompen en airco’s bij woningen en woongebouwen. De eisen gaan over de hoeveelheid geluid op de erfgrens. Dit mag maximaal 40 dB zijn in de nacht, en 45 dB overdag. De installatie mag dan ’s nachts niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. In een omgeving die erg stil is, is 40 dB(A) overigens nog goed hoorbaar. Met deze landelijke geluidsnorm worden buren beter beschermd tegen geluid van warmtepompen en wordt de ontwikkeling van stillere warmtepompen bevorderd. De bepalingsmethode voor de nieuwe geluidseisen is vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012 (Staatscourant 2020, 62676) die gelijktijdig inwerking zal treden. Deze bepalingsmethode is een geluidsmeting op locatie. Op basis van akoestische berekeningen kan men echter vooraf aannemelijk maken dat voldaan wordt aan de geluidseis. De geluideisen gelden niet voor de warmtepomp zelf (uit de fabriek), maar voor een bij een woning geplaatste installatie. De warmtepomp zelf voldoet in het algemeen niet aan de 40 dB eis. Dit betekent dat de installatie op voldoende afstand van de buren moet worden geplaatst of moeten worden afgeschermd zodat de 40dB niet worden overschreden. Lees deze pagina voor uitleg van de verschillende termen.
Voldoen aan geluidseisen
Kies de goede apparatuur
Kies een warmtepomp met het juiste vermogen, dan hoeft hij niet zo hard te draaien. Laat je hier goed over adviseren. Kies een model waarvan de buitenunit relatief stil is (geluidsvermogen staat op label: vraag de installateur wat dit inhoudt en op welke afstand dit geldt). Een modulerende warmtepomp kan op verschillende snelheden werken (dus zachter). Je kunt kiezen voor een warmtepomp met een nachtinstelling: je kunt dan instellen dat hij ’s nachts niet op vol vermogen draait en dus stiller is. Overleg met de installateur of een buffervat een goed idee is. Door warmte te bufferen kan de warmtepomp langer op een laag toerental draaien, in plaats van tussen uit en vol vermogen te schakelen. Dat is niet alleen stiller, de warmtepomp gaat ook langer mee.
Kies een goede plaats voor de buitenunit
Hoe verder de warmtepomp van je huis en woningen in de omgeving staat, hoe kleiner de kans op geluidsoverlast. Het rendement kan wel lager zijn doordat leidingen langer zijn. Bij plaatsing op een plat dak moet je zorgen voor trillings-demping (overigens ook aan gevel en op balkon) en de uitblaasopening mag niet op een gevel gericht zijn. Hou de ruimte rond de uitblaasopening zoveel mogelijk vrij of zet beplanting neer. Een muur of schutting weerkaatst het geluid te veel. Als de buitenunit toch teveel geluid (dB) produceert, kun je een geluidwerende omkasting overwegen. Die moet wel geschikt zijn voor de buitenunit, die zal er ook fors groter door worden. Helaas is een goede omkasting wel prijzig.
Warmtepomp zonder buitenunit
Soms is het niet mogelijk om een buitenunit te plaatsen die voldoet aan alle geluidseisen. Je kunt dan uitkijken naar een warmtepomp zonder buitenunit. Het aanbod daarvan is nog beperkt, maar er komen steeds meer uitvoeringen op de markt. Nadeel is dat je binnen veel meer ruimte nodig hebt en dat er binnenshuis meer geluid is. Ook kunnen er forse buizen over het dak of de gevel lopen. Vraag dan aan een installateur met kennis en ervaring wat er mogelijk is.