De 19e en vroeg 20e eeuwse schil was de eerste stadsuitleg. De definitieve grondslag voor de Nijmeegse stadsuitleg werd een plan uit 1878 van de architect L.A. (Bert) Brouwer (1844-1891), met daarop aangebrachte wijzigingen van de als adviseur aangetrokken Maastrichtse stadsarchitect W.J. Brender à Brandis. Dit plan voorzag in een aantal rondom de oude stad lopende zeer brede, ruim van groen voorziene, singels, met zowel aan de zuid- als aan de oostzijde een groot, rond plein (respectievelijk het latere Keizer Karelplein en het Keizer Traianusplein) en een park aan de westzijde. Op het Keizer Karelplein kwamen behalve de beide singels nog twee boulevardachtige wegen uit, alsmede de St. Annastraat en de Graafseweg, twee belangrijke uitvalswegen.
Met de keuze voor stedenbouwkundige patronen in de vorm van sterren en radialen, en voor de brede maatvoering van de aan te leggen singels en boulevards, werd uiteindelijk in zekere zin de reconstructie nagevolgd die baron Georges Hausmann tussen 1853 en 1870 voor de stad Parijs doorvoerde en die sindsdien in meerdere grote Europese steden was toegepast. Een gedeelte van het plan strekt zich in oostelijke richting uit (Altrade). Vervolgens heeft Nijmegen Oost zich ontwikkeld op de stuwwal langs oude veldwegen als de Berg en Dalseweg, de Ubbergseweg, Groesbeekseweg en Daalseweg/Tooropstraat. Deze straten vormen nog steeds de hoofdontsluiting van het stadsdeel richting het centrum van de stad. Ze worden ook wel radialen genoemd. Ook langs de dwars op de radialen staande veldwegen Groesbeeksedwarsweg, Dommer van Poldersveldtweg, Broerdijk, Postweg en Kwakkenbergweg (zie blauwe dwarsverbindingen op bovenstaande afbeelding) vonden ontwikkelingen plaats.
Er werden brede singels en op de stervormige pleinen rijen fraaie en statige huizen voor de gegoede burgerij gebouwd in de stijl van de art nouveau en art deco tot eclectische stijl met neorenaissance-elementen. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn te vinden aan de Johannes Vijghstraat, Groesbeeksedwarsweg, Waldeck Pyrmontsingel en de Wilhelminasingel.
Op 11 december 2013 is de 19e eeuwse Stadsuitleg aangewezen als beschermd stadsgezicht. Het beschermd gezicht beslaat een oppervlakte van 100,4 hectare, met delen van de wijken Centrum, Bottendaal, Galgenveld, Altrade en Hunnerberg.